vrijdag 21 december 2012

De donkere kamer van Damokles



Waar gaat de donkere kamer van Damokles over?
De donker kamer van Damokles gaat over Henri Osewoudt, een lelijke jonge man met een hoge stem en zonder baard. Hij werd opgevoed door zijn oom Bart Nauta en trouwt later met zijn nicht Ria. In het begin van de Duitse bezetting ontmoet hij een officier die sprekend op hem lijkt. De officier, Dorbeck, laat hem allemaal dingen doen zoals films ontwikkelen en zelfs mensen neerschieten. Hij ontmoet een kapster, Marianne, die later zwanger van hem wordt maar het kind overlijdt. Osewoudt gaat naar Voorschoten en vermoordt Ria. Hij vraagt hulp aan een pastoor en komt aan in Breda, daar wordt hij gearresteerd omdat men denkt dat hij een land verader is. Daarna werd eindelijk zijn Leica gevonden, waarmee hij een foto van Dorbeck en hem had gemaakt zodat de mensen zouden geloven dat hij een dubbelganger heeft, maar de foto is mislukt. Osewoudt vlucht en wordt neergeschoten.

Informatie over de schrijver.
Willem Fredrik Hermans is geboren op 1 september 1921 in Amsterdam. Willem had een verschrikkelijke jeugd. Hij had hele strenge ouders, ze waren allebei schoolmeesters. Hij mocht niets wat de andere kinderen wel mochten. Bijvoorbeeld naar feestjes, hij mocht geen fiets, ze hadden thuis geen radio of grammofoon en hij werd gepest.
Willem had een oudere zus, Corry. Hij stond in haar schaduw. Hermans vader zei altijd dat hij meer op zijn zus moest lijken, daarom haatte Willem zijn zus. Corry is maar 21 jaar oud geworden. Toen de Duitsers 12 mei 1940 binnenvielen, pleegden Corry en haar neef Piet Blind zelfmoord. Zij hadden een geheime relatie.
Die ervaring is waarschijnlijk een grote invloed geweest op Willems schrijverschap. De zelfmoord van zijn zus komt namelijk duidelijk voor in twee romans: ‘Ik heb altijd gelijk’ en ‘Herinneringen van een Engelbewaarder’. Ook in ‘De donkere kamer van Damokles’ wordt verwezen naar zijn zus, het hoofdpersonage, Henri Osewoudt, heeft in dat boek een relatie met zijn nicht.
Willem werkte na de Tweede Wereldoorlog mee aan verschillende tijdschriften, zoals Criterium en Podium. Hierin werden delen van zijn eerste romans geschreven.
Op z’n 25e trouwde Hermans met Emmy Meurs, een Surinaamse vrouw. Samen kregen ze in 1955 een zoon, Ruprecht.
In 1952 werd Hermans vervolgd door het boek ‘Ik heb altijd gelijk’. Dat boek zou beledigend zijn voor het rooms-katholieke volksdeel. Hij werd vrijgesproken omdat het om een uitspraak van een personage uit het boek ging, niet om een uitspraak van Hermans zelf.
In 1977 kreeg Hermans de Prijs der Nederlandse Letteren van de Belgische koning Boudewijn. Hermans vond dit de belangrijkste en meest eervolle bekroning van zijn werk. Als liefhebber van de Franse taal en cultuur voelde hij zich in België altijd erg thuis.
Hermans werk bestaat vooral uit romans, korte verhalen, essays en filosofisch en wetenschappelijk werk. Hij heeft ook een paar gedichten en toneelstukken geschreven. Daarnaast maakte hij collages en werkte als fotograaf.
Hermans verzamelde oude schrijfmachines, die in zijn woning in Parijs werden tentoongesteld. Die verzameling staat nu in het Scryption, Museum voor techniek en vormgeving van schrift en kantoor in Tilburg. Toch was zijn belangrijkste hobby fotograferen en het ontwikkelen van zijn foto’s. Als hij ging reizen had hij altijd een fotocamera bij de hand die hij dan veel gebruikte.
Willem werd in 1990 tot eredoctor benoemd van de Universiteit van Luik en in 1993 van de Universiteit van Pretoria.
Hermans rookte al vanaf zijn 14e, daardoor stierf hij op 27 april 1995 aan longkanker.




De foto’s.

Ik heb deze foto gekozen omdat Dorbeck en Osewoudt heel erg op elkaar lijken. Ze zijn net een tweeling. Deze tweeling is net zoals Dorbeck en Osewoudt heel erg lelijk. Het zijn dubbelgangers van elkaar. Op deze foto kan je deze mannen uit elkaar houden door bijvoorbeeld hun haar of shirt. Bij Dorbeck en Osewoudt zou je ze herkennen aan dat Dorbeck wel  baardgroei heeft, maar Osewoudt niet.




Deze foto heb ik gekozen omdat de vader van Osewoudt een sigarenwinkeltje had. In het begin van het verhaal komt het winkeltje al voor. Later gaat Osewoudt daar ook wonen met zijn vrouw Ria en zijn moeder. Dorbeck kwam daar ook langs om zijn filmrolletje af te geven zodat Osewoudt dat voor hem zou ontwikkelen.











Op deze foto zie je een treinstation. Deze heb ik gekozen omdat Osewoudt bijna altijd met de trein reisde. Hij ging bijvoorbeeld samen met de jeugdleidster en het kind met de trein.










Waarom past het motto van Ludwig Wittgenstein zo goed bij het boek en het thema?
Ik vind het motto er goed bij passen omdat wat Ludwig zegt over Dorbeck gaat. Veel mensen denken dat hij niet eens bestaat, toch heeft Osewoudt hem echt gezien. Dorbeck zocht Osewoudt steeds op en als Osewoudt hem ging zoeken was hij nergens. Men geloofde niet dat Dorbeck bestond omdat ze hem niet konden vinden. Maar hij was er wel ook al vonden ze hem niet.

Titelverklaring.
Ik had zelf geen idee waarom het boek ‘De donkere kamer van Damokles heet’. Daarom ben ik op internet gaan zoeken naar titelverklaringen en daar stond dat de titel is afgeleid van de uitdrukking ‘Het zwaard van Damokles’. Daar bedoelden ze een voortdurende dreiging mee. De dreiging is in dit geval niet door het zwaard maar van een mislukte foto. De donkere kamer verwijst ook naar de kamer waar de foto’s werden ontwikkeld.

Polemiek.
De meningen over dit boek zullen heel erg verschillen. Het is geen boek waar jonge mensen zich snel in zullen herkennen, maar wel een goed boek dat laat zien hoe het rond de Duitse bezetting ging. Ik zelf zou het niet in mijn vrije tijd lezen of voor mijn plezier. Nu moesten we het voor school lezen. Sommige spannende stukken wilde ik wel graag snel verder lezen, maar dan zaten er ook stukjes bij waar ik niet meer in het verhaal zat en het niet makkelijk kon volgen. Het stuk waar Dorbeck in het donker in de regen voor de deur stond bij Osewoudt vond ik wel een goed stuk. Daar krijgt Osewoudt een pistool in zijn hand gedrukt en krijgt hij de opdracht om naar Haarlem te komen waar Dorbeck hem dan nodig zou hebben. Dorbeck verscheen de hele tijd uit het niets en was dan ook zo ineens weer weg. Daardoor geloofden mensen Osewoudt niet en kwam hij steeds weer in de problemen. Het naschrift van Ludwig Wittgenstein vind ik heel erg bij het boek passen. ‘Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar hem niet ophangen als hij er niet is. Men zou kunnen willen zeggen: “Dan moet hij er toch ook zijn als ik hem zoek.” Dan moet hij er ook zijn als ik hem niet vind, en ook als hij helemaal niet bestaat.’ Het klopt precies met wat er steeds gebeurde bij Dorbeck.
Het einde had ik niet verwacht, Osewoudt wordt neergeschoten. Osewoudt probeert op het laatste moment te vertellen wat pater Beer Dorbeck moet vragen, maar er zitten meer kogelgaten in zijn lichaam dan vingers om het bloed te stelpen.

maandag 12 november 2012

Opdrachten
Hoofsheid
  • 1 - Welke invloed hadden de kruistochten op de hoofse cultuur?
Tijdens de kruistochten raakten velen onder de indruk van de Arabische cultuur, daar was de kunst van het levens genieten verder ontwikkeld dan in Europa. Vanaf die tijd begint zich een ‘hoofse’ cultuur te ontwikkelen.
- Wat was het belangrijkste principe van de hoofse omgangsvormen?
Je hoort je medemens met respectvolle gemanierdheid tegemoet te treden, je laat de ander in zijn waarde en plaatst deze niet voor onaangename verrassingen. Je bent wellevend, galant en je beheerst je driften en impulsen.
  • 2 Lees de tekstpagina over Floris ende Blancefloer. Leg uit in hoeverre de kruistochten van belang zijn geweest voor het schrijven van deze roman
De beschrijvingen van de bewegende beelden op het schijngraf van Blancefloer, de exotische tuinen en het fantastische paleis van emir van Babylon zijn ongetwijfeld beïnvloed door de indrukken van de kruistochtvaarders. Vanwege deze elementen behoorde Floris ende Blancefloer tot de ‘oosterse romans’.

Ridderliteratuur
  • 1 - Wat zijn de voornaamste verschillen tussen Karel- en Arturromans?
Karelromans waren veel bloeddorstiger en ruwer dan de Arturromans. Ook was er bij de Arturromans eerbied voor de vrouw en bij Karelromans was dat totaal niet.
 - Welke voorbeeldfunctie hadden ridderromans voor het       oorspronkelijke publiek?
De lotgevallen van de romanfiguren dienden tot voorbeeld van de edelen die naar zulke verhalen luisterden.
  • 2 Leg op grond van de tekstpagina Karel ende Elegast uit welke typische eigenschappen van ridderschap daarin naar voren komen.
- moed: Elegast riskeert ontdekking om Eggerics complot te verijdelen
- trouw: Elegast aan leenheer Karel, ondanks een kwalijke behandeling
- geloof: Karel gehoorzaamt het eigenaardige bevel van God, Elegast vertrouwt op het godsoordeel in het duel
- eerlijkheid: Elegast lijdt liever schade dan dat hij verraad pleegt


Van den vos Reynaerde
  • 1 - Waar blijkt in het tekstfragment dat Reinaert een doortrapte schurk is?
Direct aan het begin, waar Reinaert Tibeert door het bespotten van zijn aarzeling zover krijgt om zichzelf het oordeel aan te doen. Voorts in het vervolg, waar Reinaert Tibeert in zijn doodsnood bespot.

- Welke twee tegenstrijdige gevoelens maakt Reinaert bij de lezer/luisteraar los?
De ene keer wekt hij bewondering door zijn slimheid, dan weer roept hij afschuw op door de manier waarop hij anderen te grazen neemt.
  • 2 De prent van Fokke ende Sukke bij deze pagina verwijst naar de 'Madocke'. Leg uit hoe de humor in deze grap in elkaar steekt.
De prent bevat een woordspeling op het werkwoord 'maken'. De eerste zin van Reinaert luidt 'Willem die Madocke maecte', waarbij 'maken' doorgaans opgevat wordt als 'schrijven' en Madocke dus een tekst moet zijn. Volgens de prent is 'een madocke' echter een ingewikkeld apparaat, dat door Willem 'gemaakt' in de zin van 'gerepareerd' zou kunnen worden. Dat werpt een geheel nieuw licht op de eerste zin van de Reinaert.

vrijdag 12 oktober 2012

Weblog 1B ridderliteratuur

RIDDERLITERATUUR

Functies van de ridderliteratuur zijn bijvoorbeeld voorbeeldfunctie en vermaak.
Ridderromans hebben vaak onderwerpen zoals Ridders, veldtochten, kruisgevechten en verering van de vrouw. Er zijn twee soorten ridderromans: de Artur- en Karelromans. Arturromans herken je doordat er veel sprookjesmotieven in voorkomen, er is eerbied voor de vrouw, onvoorwaardelijke trouw aan de koning en de mannelijke kracht en forsheid worden sterk benadrukt. Bij Arturromans ligt de nadruk op individuele avonturen, toernooien en liefde.
Karelromans komen ook veel sprookjesmotieven voor maar er is geen enkele eerbied voor de vrouw. In tegenstelling tot Arturromans zijn veel Karelromans hoofdzakelijk gewijd aan oorlog, vaak tussen christenen en moslims.
Het verschil tussen Artur- en Karelromans is dat Karelromans veel bloeddorstiger waren en ruwer dan de Arturromans. Ook was er bij de Arturromans eerbied voor de vrouw en bij Karelromans totaal niet.

KARELROMANS

In Karel ende Edelgast krijgt Karel de Grote de avond voor de hofdag een opdracht van een engel om uit stelen te gaan. De engel zegt dat als hij het niet doet, hij zal sterven. Eerst nam Karel de engel niet serieus, maar wanneer hij deze opdracht 3 keer opgedragen krijgt is hij overtuigt. Hij trekt het duistere woud in om te gaan stelen.
Ik snap dat Karel het doet maar het is dom.
Karel ende Elegast behoort tot de Karelromans omdat hij vanaf het eerste moment trouw bleef aan de koning. Dat hoorde erbij omdat bij de Karelromans onvoorwaardelijke trouw aan de koning hoorde. Karel kende toverkunsten waarmee hij iedereen in slaap kom brengen en met een zaadje in zijn mond kon hij honden en hanen verstaan. Dat hoort erbij omdat er veel sprookjes motieven voorkwamen in de Karelromans. Elegast won een gevecht van Eggeric daardoor mocht hij met de zuster van de koningin trouwen. Dit hoort bij de Karelromans omdat er geen enkele eerbied was voor de vrouw en dat kon je hieruit opmerken omdat Elegast een gevecht won en daarom mocht hij gewoon met de zuster trouwen.
Drie romans die bij de Karelromans horen zijn Floris en de Blancefloer, Roelantslied en Ferguut. In het Roelantslied komen twee ridders voor de trouwe ridder Roeland en de ontrouwe ridder Olivier. Het Roelantslied is een Karelroman omdat Karel de Grote erin voorkwam, het is een Roman en de vrouw had geen eerbied.
Een maliënkolder diende in de middeleeuwen als een soort kogelvrij vest ter bescherming van de ridder. Gemaakt van ringen.



ARTURROMANS


Ferguut is de hoofdpersoon uit een Arturroman die vertaald werd uit het Oudfranse “Fergus”, geschreven door Guillaume le Clerc. Ferguut was een boerenzoon die graag ridder wilde worden.
De uitvinder van de Arturroman is Chrétien de Troves. Hij schreef tussen 1170 en 1190 5 rijmende ridderverhalen in de Franse taal.
In die tijd kon je tot ridder geslagen worden. Ferguut meldde zich in een wapenrusting bij het hof van Artur waar hij tot ridder werd geslagen.
Over Artur zijn ook films gemaakt. Voorbeelden daarvan zijn Camelot, Merlin, Lancelot du Lac en Lancelot and Guinevere.
Lancelot, Walewein, Galaad en Ywain waren ridders die grote rollen spelen in de Arturromans.
Artur en zijn ridders hadden veel roem te danken aan de graal. De graal komt voor het eerst voor in de laatste roman van Chrétien. Volgens sommige mensen zou de graal Maria moeten zijn, maar andere denken dat het een kelk is.
Een echte ridder ben je pas als je er een hoofse manier van leven op na houdt. Hoofs betekent letterlijk “zoals aan het hof” en figuurlijk “hoffelijk”.
Bij hoofsheid hoorden regels. Kenmerken daarvan zijn rekening houden met de ander en jezelf weten te beheersen.
Ferguut leefde niet op die manier. Hij was een boerenzoon en hield geen rekening met andere.
Als ik me gedroeg als een ridder in deze tijd, zou dat heel raar zijn want we zijn nu al veel verder in de tijd en we hebben niks meer te maken met ridders.
Dit vind ik een mooie middeleeuwse tekst, het spreek me aan omdat het een mooie tekst is over een man die z’n vriend is verloren.

Egidius waer bestu bleven
Mi lanct na di gheselle mijn
Du coors die doot du liets mi tleven
Dat was gheselscap goet ende fijn
Het sceen teen moeste ghestorven sijn.

zaterdag 29 september 2012

weblog opdracht 1

Bon Bini Beach van Suzanne Vermeer




Informatie over de schrijver kan je vinden op de site ; 
http://www.suzannevermeer.nl/home/1


Een link naar een samenvatting en recensie van het boek ;
http://www.bruna.nl/boeken/bon-bini-beach-9789400501690

De schrijver

Op het boek zelf staat dat het door Suzanne Vermeer is geschreven maar eigenlijk is dat de naam waar de overleden auteur Paul Goeken onder schreef. 
Noorderlicht is het laatste Suzanne Vermeer boek dat Paul zelf geschreven heeft, Bon Bini Beach is naar een idee van hem.




Beschrijving van het plot: 

Lilian en Dominique, twee Nederlandse studentes, gaan met vakantie naar Aruba waar de vader van Dominique een huisje heeft. Maar tijdens een heftige avond uitgaan verliest Dominique haar vriendin uit het oog.


Het lijkt erop dat Lilian is verdwenen. Later in het boek komen ze erachter dat Lilian abortus heeft gepleegd. Ze was zwanger van de oom van Dominque, Thomas. Thomas is naar het eiland gekomen en heeft haar vermoord terwijl hij net deed alsof hij hielp zoeken. Bijna doet hij het zelfde bij Dominque, maar zij wordt wel op tijd gered en Thomas wordt afgeleverd bij de politie.


Thema's:

De thema's van het boek zijn liefde, verraad en angst.

Het thema liefde gaat over Dominique en Dave. Dave is een Canadees die ze een van de eerste dagen op het eiland heeft ontmoet. De dagen daarna ziet ze hem niet meer maar wanneer hij hoort dat Lilian is verdwenen staat hij de hele tijd voor haar klaar.


Het thema verraad gaat over Thomas. Iedereen vertrouwde hem en verwachtten natuurlijk niet dat hij iets met de verdwijning van Lilian te maken zou hebben. 


Het thema angst gaat over hoe bang iedereen was dat Lilian nergens te bekennen was. 



Mening over de hoofdpersonen:

Dominique
Dominique lijkt me een heel gezellig meisje maar zoals Lilian haar beschreef in haar dagboek merkte je wel dat ze egoïstisch kon zijn, ze luisterde bijvoorbeeld niet altijd naar Lilian.
Dominique is verwend door haar vader en laat dat ook zeker merken.

Lilian
Lilian is stil en rustig. Eigenlijk het tegenovergestelde van Dominique die soms over haar heen loopt. Verder leer je Lilian in het boek niet echt goed kennen omdat ze al snel verdwijnt.

Thomas
Op het eerste gezicht lijkt Thomas een hele aardig man die alleen maar probeert te helpen. Op het laatst kom je er pas achter hoe verschrikkelijk hij echt is.



Mening over het plot:


Het is plot is best goed, maar van een samenvatting zou je het meer begrijpen. Er zijn ook nog veel details in het boek, zoals het dagboek van Lilian. In het plot staat daar niks over uitgelegd omdat het dan te lang zou worden. Als ik er een samenvatting over had geschreven zou ik er meer details in zetten.

Mening over de thema's:


Het waren hele goede thema's, vooral het thema verraad vind ik goed want je zou nooit verwachten dat Thomas iets met de verdwijning te maken had.
Over de liefde tussen Dave en Dominique staat in het plot niks beschreven maar dat vond ik heel leuk. Het was heel schattig hoe Dave haar steeds weer aan het lachen maakte zodat ze even niet aan Lilian dacht.
Het thema angst vond ik heel logisch want natuurlijk ben je bang als je niet weet waar je beste vriendin of dochter is. Je kan dan echt meeleven met Lilian's ouders en Dominique.