RIDDERLITERATUUR
Functies van de ridderliteratuur zijn bijvoorbeeld voorbeeldfunctie en vermaak.
Ridderromans hebben vaak onderwerpen zoals Ridders, veldtochten, kruisgevechten en verering van de vrouw. Er zijn twee soorten ridderromans: de Artur- en Karelromans. Arturromans herken je doordat er veel sprookjesmotieven in voorkomen, er is eerbied voor de vrouw, onvoorwaardelijke trouw aan de koning en de mannelijke kracht en forsheid worden sterk benadrukt. Bij Arturromans ligt de nadruk op individuele avonturen, toernooien en liefde.
Karelromans komen ook veel sprookjesmotieven voor maar er is geen enkele eerbied voor de vrouw. In tegenstelling tot Arturromans zijn veel Karelromans hoofdzakelijk gewijd aan oorlog, vaak tussen christenen en moslims.
Het verschil tussen Artur- en Karelromans is dat Karelromans veel bloeddorstiger waren en ruwer dan de Arturromans. Ook was er bij de Arturromans eerbied voor de vrouw en bij Karelromans totaal niet.
KARELROMANS
In Karel ende Edelgast krijgt Karel de Grote de avond voor de hofdag een opdracht van een engel om uit stelen te gaan. De engel zegt dat als hij het niet doet, hij zal sterven. Eerst nam Karel de engel niet serieus, maar wanneer hij deze opdracht 3 keer opgedragen krijgt is hij overtuigt. Hij trekt het duistere woud in om te gaan stelen.
Ik snap dat Karel het doet maar het is dom.
Karel ende Elegast behoort tot de Karelromans omdat hij vanaf het eerste moment trouw bleef aan de koning. Dat hoorde erbij omdat bij de Karelromans onvoorwaardelijke trouw aan de koning hoorde. Karel kende toverkunsten waarmee hij iedereen in slaap kom brengen en met een zaadje in zijn mond kon hij honden en hanen verstaan. Dat hoort erbij omdat er veel sprookjes motieven voorkwamen in de Karelromans. Elegast won een gevecht van Eggeric daardoor mocht hij met de zuster van de koningin trouwen. Dit hoort bij de Karelromans omdat er geen enkele eerbied was voor de vrouw en dat kon je hieruit opmerken omdat Elegast een gevecht won en daarom mocht hij gewoon met de zuster trouwen.
Drie romans die bij de Karelromans horen zijn Floris en de Blancefloer, Roelantslied en Ferguut. In het Roelantslied komen twee ridders voor de trouwe ridder Roeland en de ontrouwe ridder Olivier. Het Roelantslied is een Karelroman omdat Karel de Grote erin voorkwam, het is een Roman en de vrouw had geen eerbied.
Een maliënkolder diende in de middeleeuwen als een soort kogelvrij vest ter bescherming van de ridder. Gemaakt van ringen.
ARTURROMANS
Ferguut is de hoofdpersoon uit een Arturroman die vertaald werd uit het Oudfranse “Fergus”, geschreven door Guillaume le Clerc. Ferguut was een boerenzoon die graag ridder wilde worden.
De uitvinder van de Arturroman is Chrétien de Troves. Hij schreef tussen 1170 en 1190 5 rijmende ridderverhalen in de Franse taal.
In die tijd kon je tot ridder geslagen worden. Ferguut meldde zich in een wapenrusting bij het hof van Artur waar hij tot ridder werd geslagen.
Over Artur zijn ook films gemaakt. Voorbeelden daarvan zijn Camelot, Merlin, Lancelot du Lac en Lancelot and Guinevere.
Lancelot, Walewein, Galaad en Ywain waren ridders die grote rollen spelen in de Arturromans.
Artur en zijn ridders hadden veel roem te danken aan de graal. De graal komt voor het eerst voor in de laatste roman van Chrétien. Volgens sommige mensen zou de graal Maria moeten zijn, maar andere denken dat het een kelk is.
Een echte ridder ben je pas als je er een hoofse manier van leven op na houdt. Hoofs betekent letterlijk “zoals aan het hof” en figuurlijk “hoffelijk”.
Bij hoofsheid hoorden regels. Kenmerken daarvan zijn rekening houden met de ander en jezelf weten te beheersen.
Ferguut leefde niet op die manier. Hij was een boerenzoon en hield geen rekening met andere.
Als ik me gedroeg als een ridder in deze tijd, zou dat heel raar zijn want we zijn nu al veel verder in de tijd en we hebben niks meer te maken met ridders.
Dit vind ik een mooie middeleeuwse tekst, het spreek me aan omdat het een mooie tekst is over een man die z’n vriend is verloren.
Egidius waer bestu bleven
Mi lanct na di gheselle mijn
Du coors die doot du liets mi tleven
Dat was gheselscap goet ende fijn
Het sceen teen moeste ghestorven sijn.
Mi lanct na di gheselle mijn
Du coors die doot du liets mi tleven
Dat was gheselscap goet ende fijn
Het sceen teen moeste ghestorven sijn.